Over natuur
In 2015 ging ik aan de rand van de natuur wonen, in 2017 volgde ik een cursus Natuurgids bij CVN Natuurpunt en inmiddels ben ik een gedreven natuurvorser. Dus kreeg de natuur een eigen categorie.
Fristi, de sluippoes
Laat me jullie het verhaal van Fristi vertellen. Het is een verhaal van botsende belangen en gewetensvragen op een stukje grond van vijftig bij vijftig meter. De zoveelste loyaliteitscrisis in mijn leven. Fristi is de buurpoes. Een pikzwarte kat met gele ogen, die als twee druppels water lijkt op onze poes Choco, even zwart, even groot, ware het niet dat Choco’s ogen groener zijn en haar gestalte iets dunner. Fristi heeft een huisgenoot die doof is. Hoe die kat heet, weet ik niet, maar ook dat is een zwarte kat, even groot, een iets andere oogkleur en een iets steviger lijf. Drie zwarte poezen van hetzelfde formaat op een klein stukje grond. Met als gevolg: we hebben de afgelopen jaren regelmatig de verkeerde poes gesust dan wel uitgejouwd. Waterpistooltje Het dove huisgenootje van Fristi zien we niet zo vaak, maar Fristi zien we regelmatig, want een ander belangrijk verschil tussen Choco en de buurpoes is het karakter. Fristi was niet snel bang te krijgen, er zijn keren geweest dat ik voor haar neus in mijn handen klapte en ze tóch bleef zitten, terwijl Choco al schrikt als je met je ogen knippert. Omdat Fristi geneigd was om ons terras en…
Het viel niet mee
De vorige keer had ik het over een grote pad, zo’n dikke, knobbelige. Die overleefde het. Eergisteren ging het om een kleintje. Tenminste dat dacht ik toen ik in het donker op het trapje naar de kelder stond. Er zat iets onder mijn slipper, iets dat de grootte had van die schattige padjes die hier altijd over het terras hopsen. Het was te donker om te kijken, dus ik schudde van schrik met mijn voet, slingerde mijn slipper het verre donker in en zag me genoodzaakt op één blote voet mijn slipper uit de duisternis te redden. In mijn hoofd was het terras inmiddels bezaaid met babypadjes die zich gewillig door mijn ontblote voet zouden laten pletten, waardoor ik me na vier stappen over bobbelige rommeltjes (WAT WAS DAT?!) afvroeg of dat natte dat ik voelde paddenbloed was. Onder mijn teruggevonden slipper kleefde geen babypadje, maar ik was er allerminst van overtuigd dat dat mijn onschuld bewees. Als mijn haastig ingezette horlepiep mijn slipper meters verder had doen neerkomen, dan was dat vermeende babypadje onder mijn voetzool vermoedelijk ook gelanceerd. Gisterochtend daalde ik het trapje naar de kelder af. Er lag een blaadje. In de vorm van een kikker. Of…
Hier gaat het om: insecten
Wat je hoort Je hoort eksters en kikkers, die soms krek hetzelfde geluid maken, het zondagse gezoem van een paar vliegende insecten en het wegennetwerk in het noordoosten van Leuven. Wat je ziet Hier gaat het om. Zie je al die vliegsels? Al die bewegende fliebertjes in beeld. Dat is wat er gebeurt als je je gazon veel minder maait. Beestjes. En die beestjes zijn belangrijk. Voor ons allemaal. Ze eten en worden gegeten en houden zo al onze ecosystemen draaiende. Als die beestjes verdwijnen, verdwijnt uiteindelijk alles. Stop dus maar met maaien. • Meer informatie over minder maaien.
Vijf dingen die ik leerde in mijn cursus Natuurgids
1. Iedereen die iets zeker weet, moet je wantrouwen De natuur is als voetbal: iedereen heeft er een mening over, maar bijna niemand weet waarover hij het heeft. Als ik naar mezelf kijk: ik wist mijn hele leven hoe een merel klonk, tot ik te maken kreeg met mensen die écht weten hoe een merel klinkt. Toen besefte ik dat ik jarenlang allerlei zwartkoppen, tuinfluiters en soms zelfs roodborstjes op een merelhoopje had gegooid. De natuurgidscursus leidde voortdurend tot nederigheid: wat de ene lesgever ons leerde, stelde de volgende weer in vraag en wat wij zeker dachten te weten, lag negen van de tien keer toch een beetje anders. 2. Spoorzoeken en vinden Je kunt als natuurgids niet alles weten en je kunt in een natuurgidscursus niet alles leren. Dat is frustrerend, maar een fact of life waar je aan kunt wennen. Wat ik wel heb geleerd is om de omgeving te observeren: wat zie je, hoor en ruik je? En wat mag je dan in deze tijd van het jaar verwachten aan planten en dieren? Een omgeving doorgronden, is als spoorzoeken: open plekken, jonge scheutjes, bloeiend kruid, bast- en bladschade, druppels, pluisjes, zaadjes, eitjes, knaagtandjes en voetafdrukken, alles telt…
Een jaaroverzicht in mei
Het is mei. Niet echt een maand voor jaaroverzichten, maar des te beter. Ik had de filmpjes van 2017 nog niet laten zien. Behalve het drama tijdens het uitvliegen van de meesjes natuurlijk. Maar er was ook allerlei vreugdevols in 2017. Bij dezen.
Eat that, ekster
We wilden de mezen iets bieden dat niet in twee flinke happen door een kraai of ekster verorberd kon worden, dus toen we ergens van die silootjes vonden, schaften we die aan. Voedersilo’s hebben heel kleine snoepgaatjes zodat kraaiachtigen hun snavel er niet in krijgen. Tenminste, dat is het idee. Vorig jaar maakte ik een video met daarin een iets beter beeld van wie er zoal komt eten. • Er wordt veertig dagen geblogd in blogland, dit is dag 18.
Mosselelasticiteit
Foto: mossel op het pad. Ze hebben de grote vijver leeggepompt. Voor het eerst in decennia kwam het slijk aan de oppervlakte en deze winter lieten de tientallen aalscholvers het provinciaal domein links liggen, want als er niets te duiken valt, duiken ze wel ergens anders. Alles veranderde. De meerkoeten vertrokken naar de kleine visvijver, de eenden zochten ruzie in de watertjes achter het zwembad, en in de grote vijver – bij ons thuis ook wel het meer genoemd – zagen we ineens dagenlang vijf witte zilverreigers balanceren op één been, want die houden wél van enkeldiep water. Ook de kraaien veranderden. In plaats van kleine vogeltjes op te jutten en hun forsbollen te tonen aan volwassen eksters zagen we ineens een heel andere dagbesteding: mosselen eten. En dat is nog geen sinecure als kraai, want de flinke snavel waarmee ze eikeltjes in de grond verstoppen of jonge meesjes uit hun nest plukken, blijkt niet handig genoeg voor het open bikken van een vasthoudende mossel. Minutenlang hebben we de afgelopen maand mogen aanschouwen hoe ze de verharde paden gebruikten als breekijzer. Hoe ze eerst de mosselen uit de modder opdiepten, of er een afpakten van een zwakke meeuw, hoe ze…
De beste wensen
Vorig jaar maakten we de kikkers in al onze ijverigheid dood, deze winter laten we alles op zijn beloop. We zijn niet gaan kijken, hebben het ijs geen strobreed in de weg gelegd en pas als de kikkers uit hun winterslaap ontwaken, zullen we weten hoeveel witte buiken er op de bodem van de mortelbak blijven liggen. Dit jaar begon ik aan een cursus Natuurgids. ‘Waarom wil je zoiets wreeds als de natuur bestuderen’, vroeg mijn beste vriend. Wannes zegt dan: ‘Maar het is toch ook mooi, dat natuur?’ Ik twijfel nog. Hoe meer kennis je hebt, hoe beter je weet dat er weinig moois aan is. Tien eitjes van een pimpelmees in je nestkast is al een stuk minder leuk als je bedenkt dat – als de eitjes al uitkomen – slechts 10 procent het eerste jaar overleeft. In mei mochten we dat aan den lijve ondervinden toen we dachten dat het leuk was om getuige te zijn van het uitvliegen van de pimpelmeesjes op ons terras. (tip: kijk tot het einde) Overigens bleek er ook een naar binnen te zijn gevlogen (daar kwamen we na het filmpje achter). Toen ik een hoop gefladder in de keuken hoorde, deed…
Enige wenken tegen doemdenken
Stelt u het zich voor: aan het eind van het Journaal, na het weerbericht, komt er voortaan een psycholoog in beeld die enkele tips geeft over hoe u kunt omgaan met het wereldnieuws, met de problemen van deze tijd en de zaken waar u zich zorgen om maakt. Een soort humeurbericht, waardoor u niet overspannen raakt door het slechte nieuws dat u zojuist heeft moeten incasseren. Het klinkt misschien vreemd, maar ik meen het serieus. In deze tijden van zenuwslopende nieuwsstromen blijkt uit steeds meer onderzoeken dat de burger bevriest als het hem te veel wordt. De waanzin wordt eerder genegeerd dan bestreden. En als het aankomt op vechten, vluchten of bevriezen, rolt het balletje steeds vaker linea recta naar het holletje van de weerloze passiviteit. Neem de vierde nationale klimaatenquête, waarvan de resultaten onlangs openbaar werden gemaakt. De Belg is zeer bezorgd om het milieu, zelfs bezorgder dan om terrorisme, kanker of armoede, maar toch hebben de meeste Belgen de afgelopen vier jaar hun gedrag niet significant aangepast om klimaatverandering tegen te gaan. Ze zijn het wel van plan, zeggen ze, maar nu even niet. De Belg bevriest door de klimaatopwarming. Er werd al vaak voor gewaarschuwd: vertel de…
Omdat vrijheid lucht in je hoofd geeft
Boswachter Floris uit Breda in Noord-Brabant liet gisteren via sociale media weten dat hij een illegale boomhut in zijn bos door de vingers zou zien. Hij schreef: ‘Soms is het gewoon heel erg goed om dingen te doen die niet mogen.’ De boswachter had ook een foto verspreid en een afbeelding van de plastic brief die hij op de hut had gespijkerd. ‘Beste Hutbewoners, Wat hebben jullie een ontzettend mooie hut gemaakt! Eigenlijk mag het hier niet, maar de boswachter laat hem staan als jullie je hieraan houden: bouw met natuurlijke materialen, gebruik alleen takken die op de grond liggen, ruim je afval netjes op, haal schommels en ladders weg, en bouw niet hoger dan anderhalve meter. Zijn laatste voorwaarde was: ga vooral heel veel buitenspelen! Er kwam lucht in mijn hoofd, want wat is het heerlijk als dingen gewoon mógen. En hoe mooi zou het zijn als we wat vaker zouden horen: ga je gang! Doe maar! Áls je maar buitenspeelt! Ik weet dat België bij uitstek het land is waar men graag dingen door de vingers ziet, maar juist buitenspelen wordt nogal bemoeilijkt. Zo is het park achter mijn huis om negen uur ’s avonds gesloten, ook in…
De teloorgang van de keuzestress
Op de wetenschapspagina van De Standaard stond gisteren een antwoord op de vraag waarom er dit jaar na een lange rit naar het zuiden zo weinig dode insecten op de autoruit zaten. Ik hoefde het antwoord niet te lezen, want ik wist het al, en als u een beetje heeft opgelet de afgelopen jaren, dan weet u het ook. ‘Komt het door het asfalt?’ vroeg de vragensteller. ‘Of door pesticide in de berm?’ Nee, was het antwoord van de navorser, het is veel banaler. Er zíjn gewoon minder insecten, niet alleen op de autostrade, maar overal. Hoewel er weinig onderzoek is gedaan, lijkt het erop dat in sommige delen van Europa het aantal insecten met de helft tot wel driekwart is afgenomen. Ik dacht aan juni jongstleden, toen ik bij een tankstation in de Bourgogne met mijn kopje koffie op de stoeprand was gaan zitten. Ik verwachtte het beeld dat ik al jaren kende: naast me op de stoeprand zouden de plaatselijke mussen hun posities innemen, met goed zicht op de autoroosters vlak boven de voorbumper. Ze zouden zijdelings heen en weer trippelen, zoals ik ook doe als ik in keuzestress voor een buffet sta. Na wat dubben, zouden ze…
De impulsaankoop van een nieuwe identiteit
Gisterochtend ontving ik een mail. ‘Beste Maartje, Hartelijk dank voor je inschrijving voor de Dagcursus Natuurgids die start in september 2017.’ Ik schrok even. Natuurgids? Ik? Maar toen wist ik het weer. Dit weekend stuitte ik tijdens een rondhangsessie op Facebook op een intensieve cursus natuurgids. Na vijf minuten in dubio maakte ik het inschrijfgeld over. Daarna was de werkelijkheid weer tussenbeide gekomen en vergat ik mijn nieuwe toekomst. Totdat ik de mail ontving. Ik … Natuurgids … Ik weet niet hoe het u vergaat, maar als ik in mijn leven iets doe dat me een nieuwe titel oplevert, dan duurt het enige tijd voordat de ruimte tussen mij en de nieuwe titel volledig is opgelost. Zo ging dat toen ik ‘kok’ werd, later bij de titel ‘journalist’. en nog weer later toen ik me ‘schrijver’ ging noemen. Er was altijd het gevoel dat het over iemand anders ging als die termen gebruikt werden. Dat geldt ook voor de titel ‘natuurgids’. De luisteraars die mijn Middagjournaal van gisteren over de dode kikkers hebben gehoord, zullen begrijpen: er zit op zijn zachtst gezegd wat ruimte tussen mij en de titel ‘natuurgids’. Toegegeven, ik heb niet alles tegen. Ik heb een grote…
We hebben de kikkers vermoord
We hebben de kikkers vermoord, mijn man en ik. Tenminste, we houden het voor mogelijk dat we de kikkers hebben vermoord. Ze zijn in elk geval dood, en we mogen niet uitsluiten dat wij ze met al onze goede bedoelingen over de kling hebben gejaagd. We ontdekten het een paar weken geleden. Zes kikkers lagen op hun rug op de bodem van de ingegraven mortelbak die dienst doet als minivijver. Roerloos, met hun witte buiken omhoog, hun pootjes strak gespannen, alsof ze net de sprong van hun leven hadden gemaakt. Als je wel eens een bord kikkerbilletjes hebt gezien, weet je welke houding ik bedoel. Eerst twijfelden we nog. Waren ze wel dood? Ik had eens gelezen dat je kikkers in winterslaap nooit uit de vijver moet vissen, omdat je daarmee het risico loopt dat ze sterven door het luchtdrukverschil. Maar was dit niet een heel merkwaardige winterslaap? Zo op hun rug? Met hun witte buik goed zichtbaar voor hongerige reigers? Omdat we nogal stadse types zijn, googelen we ons meestal door de verzorging van ons natuurschoon. Onze zoekgeschiedenis is een aaneenschakeling van ‘ridderspoor zaaien wanneer?’ en ‘egel gebroken poot, wat nu?’ Maar die zoekmachine-ijver is waarschijnlijk het grote probleem.…
Mijn conservatieve hoofd en het uitgebeende bosschage
Terwijl ik dit schrijf kleppert er een specht tegen een boomstam en toen ik vanochtend opstond was een bosuil zijn territorium aan het afbakenen met zijn oehoegeroep, kortom: ik heb geen klagen. Toch is dat exact wat ik ga doen, want als het om natuur gaat ben ik behoudend; als er een dier in mijn tuin zit dan beschouw ik dat als een definitieve factor. Wanneer ik bijvoorbeeld een eekhoorn zie, heb ik vanaf dat moment een eekhoorn in de tuin, ontdek ik een egel, dan betekent dat dat ik een tuin met egels heb, en zie ik padden, dan zitten er dus padden in de tuin. Voor mij is dat dan geenszins van tijdelijke aard, voor mij is dat voorgoed. De afgelopen week werd mijn wens om alles bij het oude te houden danig op de proef gesteld. Toegegeven, ik voel me gauw tekortgedaan als het op dieren aankomt. Ik herinner me dat ik in de zomer maandenlang uit mijn humeur was omdat de kleine vogeltjes uit het vroege voorjaar zich niet meer lieten zien. En Wannes en ik breken al de hele winter als het gevroren heeft het ijs in de vijver, omdat in onze verbeelding de kikkers die er…
Jaaroverzicht 2016
Omdat mijn werk vrijwel alleen maar bestaat uit lezen en schrijven, probeer ik tijdens vrije dagen mijn letterconsumptie een beetje te beperken. Dan doe ik doorgaans dingen die ik minder goed kan, zoals websites maken, muziek, tekeningen, of een kruidentuin. Deze kerstvakantie besloot ik iets te doen met de 148 video’s die 2016 me had opgeleverd. In 2010 deed ik ook al eens zoiets en ik herinnerde me dat het bevredigend was om al je filmpjes uit één jaar nog eens te bekijken met een goede reden. Het probleem is: ik kan niet alleen niet goed monteren, het materiaal dat ik mezelf aanlever is ook nog eens tamelijk waardeloos. Zo ben ik een ouderwetse staandbeeldfilmer, ik zie slecht waardoor ik bij bruine beesten in bruine natuur niet voldoende scherpstel. De iPhone-camera weet zich geen raad met 80 procent van de lichtsituaties en ik kan enorm slecht overweg met de iPhone-video-interface (zie het einde van dit filmpje) waardoor ik de beste beelden vaak net niet heb. Kortom: dit filmpje is een worsteling met alles wat ik niet kan. Geniet ervan. Zet je geluid aan, je scherm groot en let goed op.